top of page

Voor (groot)ouders van kinderen en voor (jong)volwassenen die met leesproblemen kampen

Wat is dyslexie?

Mensen met dyslexie ondervinden problemen bij lezen en/of spellen. Zelfs na veel oefening blijft het automatiseren van letters naar klanken (lezen) of van klanken naar letters (schrijven) zeer moeilijk. Maar dyslexie is meer dan dat. Het belemmert het dagelijkse leven op school, op het werk of thuis. Daarom is het belangrijk deze stoornis zo vroeg mogelijk te detecteren en aan te pakken. De oorzaak, het ervaren van dyslexie en hoe ermee om te gaan worden hier besproken.

mama & kind lagere school.jpg

Hoe pak je dyslexie aan?

De eerste stap is het probleem erkennen. Als je als leerling voelt dat lezen en/of spellen niet vlot gaat, of als je als ouder of leerkracht voelt dat een kind presteert onder het verwachte niveau, ga je hier best zo snel mogelijk mee aan de slag via remediëren en compenseren. Ben je de leeftijd van remediëren en therapie voorbij? Dan kan compenserende software voor jou de oplossing zijn. Ook de rol van ouders, (zorg)leerkrachten, therapeuten en werkgevers wordt hier besproken.

alinea-1-1920x2880.jpg

Hoe kan compenserende software helpen?

Compenserende software biedt ondersteuning bij het lezen, schrijven, begrijpen en studeren. Ieder programma reikt specifieke oplossingen en/of hulpmiddelen aan voor zowel leerlingen, jongeren als volwassenen met dyslexie. Ontdek wat het beste bij je past. Leerlingen in Vlaamse lagere of middelbare onderwijs met een attest (o.a. dyslexie) maar ook anderstalige leerlingen kunnen gebruik maken van gratis voorleessoftware via LeesVoor!-ADIBib.

broers en zussen

Preventie voor broer of zus?

Hoewel niet altijd, speelt erfelijkheid wel vaak een rol bij dyslexie. Het tijdig signaleren van risico’s bij een jongere broer(s) of zus(se) en hiermee aan de slag gaan middels preventie is zeker waardevol om hen een zo goed mogelijke leesstart te bieden. 

​

Uit een jarenlange studie van de KU Leuven bleek volgende: Bij kinderen met leesproblemen (zoals dyslexie) zijn zowel de activiteit binnen de hersengebieden die het leesnetwerk vormen, als de verbindingen ertussen, minder groot dan bij hun leeftijdsgenootjes. Deze gebieden ontwikkelen zich vooral bij kinderen uit het 1e en 2e leerjaar. In deze jaren zijn ze het meest plastisch en dus vatbaar voor verbetering. “Het vroeg opstarten van leesinterventies is daarom cruciaal”, aldus professor Maaike Vandermosten.

bottom of page